Marianne Zwagerman schrijft voor ieder nummer van VLOT een column over haar leven als waterbewoner. Dit keer over haar weekendliefde.

Tekst Marianne Zwagerman

‘Wacht maar tot het winter wordt, dan piep je wel anders’ was de meestgehoorde reactie als ik trots de foto’s deelde van mijn uitzicht, nadat ik mijn boot had gekocht. Ik haalde mijn schouders op. Want het was helemaal niet de bedoeling om de winter in Nederland door te brengen. Ik zwierf al een tijdje over de wereld als digitale nomade, met mijn laptop onder de arm. Veel van mijn werk kan ik overal doen waar wifi is, dus ik verhuurde mijn huis in het Gooi en ging op avontuur. Leve Airbnb!

Na een tijdje ontdekte ik dat het toch wel fijn was om in Nederland een eigen plek te hebben als mijn werk me een paar weken hier hield, in plaats van uit mijn koffer te leven bij de liefde-van-het-moment. Dus ik zocht op Funda een klein appartementje dat ik altijd weer zou kunnen verhuren als ik terug wilde keren naar mijn Gooische minivilla. Toen dreef ineens dat woonarkje voorbij binnen mijn zoekcriteria. Een boot! Ik had altijd al op een boot willen wonen! Mijn reislust nam af zodra ik de sleutel kreeg en aan boord stapte. Plannen zijn er om aan de kant te gooien als er iets beters voorbijkomt, dus ik parkeerde mijn #nomadlife even.

Die eerste zomer was ik niet van mijn bootje te slaan. Ik kocht een kajak, ging elke dag het water op en ontdekte dat het gebied waarin ik al mijn hele leven woonde nog zoveel geheimen voor me had. Vanaf het water is alles anders. Toen de dagen korter werden ging ik weer op pad. Ik zat in Malaga en miste mijn bootje. Ik belde Transavia dat ik naar huis wilde. De eerste najaarsstorm kwam en ik GENOOT! In ons aangeharkte land lijkt natuurgeweld altijd ver van je bed maar op een boot voel je alles veel intenser. Je hartslag gaat omhoog als je hagelbuien van ver over de plas aan ziet stormen.

Alle klimaathysterie ten spijt kon ik twee van de drie winters op mijn boot zo vanuit de voordeur op mijn schaatsen wegrijden. De pret van schaatstochten maken op mijn kajakroutes woog ruimschoots op tegen het ongemak van acht dagen niet kunnen poepen, douchen en afwassen. Want een rioolbuis die onder de steiger naar de wal loopt, honderden meters lang, is niet winterproof, merkte ik toen het al te laat was. Op een boot is altijd wat.

Pas in de vierde zomer kwamen de reiskriebels terug. Mijn kajak ligt er een beetje verloren bij. De magie van de plas is niet verdwenen, maar steden, stranden en de zee lokken. En nu mis ik de eerste najaarsstorm en het eerste laagje ijs naast de steiger, want ik staar naar dolfijnen tijdens mijn ochtendkoffie en wandel langs zeekoeien terwijl ik schrijfmijmer aan de kust van de Pacific. De eerste hevige verliefdheid is voorbij. Die verliefdheid waarbij je geen minuut zonder elkaar kunt. Maar de diepe liefde blijft. Mijn bootje werd een weekend love.

Marianne Zwagerman is schrijver, columnist, spreker, dagvoorzitter én waterbewoner.