Hilde van der Meer creëerde midden in het centrum van Leiden haar eigen paradijs. Geheel in stijl noemt ze het ‘De Rembrandttuin’.

Tekst Hilde van der Meer

De tuin is het tweede seizoen ingegaan – en o, wat is ze mooi. Ik ga er eerder voor uit bed ’s morgens. Om te kijken of er nieuwe bloemen in bloei zijn gekomen en of er nog een slak kruipt die ik kan laten zwemmen. Ik geef nieuwe aanplant water en zet de bak plantjes die we zelf opkweken en voor vijftig cent per stuk verkopen op het muurtje. Ik loop op blote voeten door het natte gras, de tuin ruikt zalig, de bijen zoemen en de merels zingen aan één stuk door.

Het is bijna niet te geloven, maar we wonen midden in het centrum van Leiden, op de geboorteplek van Rembrandt aan het Galgewater, het stukje van de Oude Rijn waar misdadigers in de middeleeuwen ter lering ende vermaak opgeknoopt werden en waar nu op zomerse dagen de sloepen met tientallen tegelijk voorbijvaren. Het is een wonder dat je op zo’n stedelijke plek een nieuwe tuin kunt creëren, maar het is gelukt.

Bootverhuur

Marco en ik wonen op een luxemotor uit 1926, De Liefde. Het schip is sinds 1999 van ons en voordat de tuin er was, had Marco een botenverhuur aan huis. Vanaf de kade en steiger stapten de mensen de boten in, maar na zestien jaar verhuur wilde hij stoppen. ’s Zomers zeven dagen in de week mensen op de steiger is heftig.

Toen het duidelijk was dat de botenverhuur het laatste jaar in zou gaan, zijn we gaan nadenken over de plek die vrij zou komen: een perceel van acht bij dertien. Al gauw kwam het idee voor een tuin, en dat viel in goede aarde bij onze buren – in het bijzonder bij buurvrouw Simone, wier huis aan het perceel grenst. In het voorjaar van 2016 zijn we plannen gaan uitwerken. Een jaar later waren we zover dat de gemeente ons plan had goedgekeurd en we de stenen konden verruilen voor tuinaarde.

De tuin ligt op gemeentegrond en is dus openbaar. We hebben met de gemeente afgesproken dat wij het onderhoud doen. Dat lijkt veel werk, maar zo voelt het niet; zodra het maar even kan, ben ik in de tuin. Simone en Marco hebben dat ook. We vinden dezelfde planten mooi en denken hetzelfde over de ontwikkeling van de tuin: wat planten we waar? Wat verplanten we? En wat halen we weg? Het gebeurt regelmatig dat Simone met een nieuw plantje komt dat ik toevallig ook net gekocht heb, of dat nog op mijn wensenlijst staat.

Het ontwerp van de tuin nodigt uit om doorheen te lopen, maar niet om te gaan zitten; we wilden geen hangjongeren in de tuin. Dat werkt: mensen lopen heel voorzichtig over het graspaadje, of blijven op de stadswalfundering staan. Tot nu toe is er één keer een Chinees in de planten gevallen die stond te poseren voor een foto met de molen – that’s it.

Verliefd

Het is ongelooflijk hoeveel contact er nu met de buurt en bezoekers is. Veel meer dan toen we nog boten verhuurden. We hebben iets gecreëerd van grote schoonheid en dat zien en voelen mensen. Ze praten met ons over hoe mooi ze de tuin vinden, vertellen over hun eigen tuin en vragen ons of we nog dat en dat plantje willen.

Ik ben verliefd op de Rembrandttuin. M’n hele leven hield ik al van tuinieren, maar ik heb het altijd moeten doen met een terras vol potten. Nu is dit er en kan iedereen ervan genieten. Ik vind het fantastisch om bij te dragen aan een stukje stad waar je de schoonheid en rust van de natuur ervaart en waar buurtbewoners een blokje voor omlopen.