Het Veenkoloniaal Museum in Veendam heeft een schip: de Familietrouw. Het zeilschip ziet er nog vrijwel net zo uit als toen het gebouwd werd. De enige modernisering lijkt de motor, die inmiddels ook als cultureel erfgoed beschouwd mag worden. En het deurtje van het roefje is aangepast, om een heel speciale reden.

Tekst Gonneke Bonting

‘Er ontstaat een soort verstilling als mensen hier een poosje zijn,’ zegt Lammie Postmus (66). ‘Ze raken onder de indruk van de levensomstandigheden van de schippersgezinnen van vroeger.’ Lammie is een van de schippers en de vrijwilligerscoördinator van de Familietrouw. We zitten in het lage, onderdekse roefje.

‘Hier woonde een gezin met acht kinderen. Kijk, daar is de ouderlijke bedstee met eronder een slaapplaats voor het ondergeschoven kindje.’ Ze wijst op een doorgang van een halve meter breed. ‘En hier sliepen ook een paar kinderen.’ Hier en daar trekt ze een kastdeurtje open, waarachter heel smalle slaapplaatsen zijn verstopt. In een tussenwand zijn gaten gezaagd, zodat de kinderen die daar sliepen hun voeten in het kastje ernaast konden leggen. Op het kleine potkacheltje staat een grijs gewolkte emaillen waterketel.

Het besef dat je met tien mensen in zo’n kleine ruimte moest wonen, is inderdaad om stil van te worden. ‘Slapen en werken, dat was het enige wat ze hier konden doen,’ zegt Lammie praktisch. ‘En dat deden ze dan ook altijd.’ Ze laat nog een paar mooie details zien. Het pistachegroene plafond. ‘Muggen houden niet van die kleur,’ zegt ze. ‘Daarom schilderden de schip-pers hun plafond in deze kleur groen.’ En de ‘noodrem’ van het schip: een Drentse zwerfkei met een ijzeren beugel eromheen geklonken en een lang touw eraan.

Schippers en vertellers

Tegenwoordig vaart de Familietrouw door de noordelijke provincies met een ander doel dan het vervoeren van vrachten. De spitse praam, gebouwd in 1894 en net op tijd gered van de sloop, is het oudste schip dat in de provincie Groningen vaart en nog in originele staat is. Het schip is eigendom van het Veenkoloniaal Museum in Veendam en heeft een vaste ligplaats op een idyllisch plekje in Nieuwe Pekela.

De Familietrouw vaart met vrijwillige schippers en bemanningsleden. ‘Meestal zijn we met een man of vier,’ zegt Lammie. ‘We varen naar evenementen zoals het Grachtenfestival in Meppel, de Turfvaartdagen in Appelscha, de Watervloot in Hoogezand-Sappemeer en Delfsail in Delfzijl. Vorige zomer trokken we rond met Spinbarg, waarvoor het ruim was ingericht met twaalf minitheatertjes waar mensen bijzondere verhalen over Groningen konden zien en horen. En we ontvangen regelmatig schoolklassen. Die worden rondgeleid door verhalenvertellers die laten zien hoe het er destijds aan toeging op het schip.’

 

Lamme arm

De Familietrouw, van oorsprong een zeilschip, vaart meestal op de motor. Maar ook dat gaat op de ouderwetse manier: met een ‘lamme arm’. Aan stuurboordzijde van het schip ligt een lange stang in het gangboord. Aan de ene kant is die verbonden met de Deutz-motor, die onder het dek staat, en aan de andere kant zit er een motorschroef aan. ‘Een kwetsbaar onderdeel, die lamme arm,’ zegt Lammie. ‘Voor een sluis of wal halen we hem binnen en als we gaan varen, moet-ie weer overboord.’ Onlangs heeft de Familietrouw een nieuwe mast gekregen omdat de oude was aangetast door boktor. Het lijkt erop dat het schip de komende zomer ook gaat zeilen.

Dat er zoveel van het oorspronkelijke schip bewaard is gebleven, is niet het enige wat het bijzonder maakt. Het heeft mooie details. ‘De ingang van het roefje is omgedraaid,’ vertelt Lammie. ‘Het deurtje zit nu aan de voorkant. Dat hebben ze gedaan omdat de vrouw van de derde eigenaar van het schip nogal gezet was. Langs de achterkant was er voor haar te weinig ruimte om de draai te maken. Ze kon dus niet naar binnen.’